ns 3500
De serie NS 3500 was een serie sneltreinstoomlocomotieven van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en diens voorgangers Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) en Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS).
De NBDS bestelde in 1907 als eerste spoorwegmaatschappij in Nederland sneltreinlocomotieven met de asindeling 2'C, welke in1908 door Beyer, Peacock and Company werden geleverd en met de nummers 30-35 in dienst werden gesteld. De grotere maatschappijen Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) en SS kwamen pas twee jaar later met dergelijke sneltreinlocomotieven, de NCS 71-78, later NS 3600 en SS 700, later NS 3700.
Naast dat dit de eerste locomotieven in Nederland met drie gekoppelde aandrijfassen waren, waren dit ook de eerste locomotieven in Nederland met een keteldruk van 14 atmosfeer. De locomotieven voldeden geheel aan de gestelde verwachtingen: tot boven het normale gewicht verzwaarde treinen op tijd vervoeren en vertragingen inrijden. De post moest immers op tijd in Berlijn zijn en de aansluiting op de mailboot in Vlissingen moest worden gehaald. De kleur van de locomotieven was donkerblauw, met zwarte banden en rode biezen afgezet. De tender en het benedendeel van het machinistenhuis kregen een extra verfraaiing bestaande uit een brede witte bies buiten de rode. De dom was eveneens blauw gehouden. De wielkasten waren volgens gebruik van de fabrikant met dubbele koperen randen afgezet, waartussen de naam Beyer-Peacock. De koperen nummerplaten toonden de letters NBDS en het nummer tegen een rode achtergrond, terwijl op de zijwanden van de tenders de letters NBDS in goud met rode schaduw waren geschilderd. De wielen waren in rood uitgevoerd. Hun evenwichtige uiterlijk en aparte kleur lieten niet na ieders bewondering op te wekken en ze werden al spoedig naar hun kleur de route via Noord-Brabant de Blauwe Brabanders of de grote blauwen genoemd.
De NBDS bestelde deze locomotieven voor de mailtreinen van Vlissingen via haar eigen lijn tussen Boxtel en Wesel naarOberhausen en Haltern in concurrentie met de SS. Door de Eerste Wereldoorlog kwam aan deze verbinding een einde. Omdat de NBDS hierdoor enige locomotieven overcompleet had werden tussen november 1915 en oktober 1919 twee à drie locomotieven aan de NCS verhuurd, die door het wachten op ombouw van de locomotieven 71-74 de behoefte aan extra tractiematerieel had. Door regelmatige uitwisseling hebben de 30-32 en 34-35 bij de NCS gereden.
Wegens de goede resultaten met de 30-35 werden nog voor de Eerste Wereldoorlog twee locomotieven bijbesteld bij Hohenzollern. In tegenstelling tot de eerdere locomotieven, die met een drie-assige tender waren voorzien, werden de nieuwe locomotieven met een grotere vierassige tender besteld. De eerste werd in 1914 geleverd en kreeg het nummer 36. De tweede werd in 1920 geleverd en heeft geen NBDS nummer meer gekregen maar is met het SS nummer 988 in dienst gesteld. In 1919 werd de exploitatie en het materieel overgenomen door de SS, waarbij de locomotieven 30-36 werden voorzien van de SS nummers 981-987. Met het samenvoegen van het materieelpark van de SS met dat van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM) in 1921 werd het materieel van nieuwe NS nummers 3501-3508 voorzien. In de NS tijd werden de drie-assige tenders van de 3503-3506 verwisseld met vierassige tenders van de serie NS 4500.
De afvoer van deze locomotieven begon in 1938 en 1939 met de 3502, 3503, 3504, 3506 en 3507, die scheuren in de frameplaten vertoonden. In 1940 werd de maximumsnelheid van de resterende drie locomotieven teruggebracht tot 50 km/u. De 3508 is in deoorlogsjaren in België zwaar beschadigd geraakt en is in 1946 officieel afgevoerd. De 3501 en 3505 werden na de oorlog begin 1946 buiten dienst gesteld.